OPINIE
16 september 2021Het sneeuwbaleffect van versoepelen
Subtitel
De voorzitter van de ondernemingsraad, Henk Olijhoek, schetst met enkele collega-raadsleden de dilemma’s bij het heropenen van de campus.
De voorzitter van de ondernemingsraad, Henk Olijhoek, schetst met enkele collega-raadsleden de dilemma’s bij het heropenen van de campus.
Zoals met alles rondom de Covid19-pandemie zijn ook over de versoepelingen de gevoelens en meningen verdeeld. We kunnen hierbij enkele lijnen onderscheiden. Soms zijn deze overlappend, soms conflicterend. Graag wil de ondernemingsraad over onderstaande punten met het college van bestuur in gesprek.
Dit is des te meer van belang, nu vaststaat dat er geen zekerheid geboden kan worden, zodat de werkdruk die beleidswijziging veroorzaakt zomaar fors kan stijgen. Het Servicedocument HO (versie 11.0) waarschuwt immers: ‘Het is niet ondenkbaar dat de maatregelen in het najaar van 2021 weer strenger worden, als de ontwikkeling van het epidemiologisch beeld daartoe noodzaakt. Het opnieuw moeten hanteren van de anderhalvemetermaatregel is dan denkbaar. Het onderwijs zal dan weer meer online verzorgd moeten worden.’
Gedifferentieerd beeld bij de VU-bevolking
De VU-medewerkers zijn gemiddeld 40-plus en daarmee over het algemeen ouder dan de studentenpopulatie. Dit betekent ook dat gezondheidsrisico’s groter zijn dan bij de doorgaans veel jongere studenten, ook al raakt de dominante Delta-variant ook jongeren. Veel medewerkers zijn bovendien betrokken bij (mantel-)zorg van (een) bejaarde ouder(s). Niet alle medewerkers zijn gebonden aan aanwezigheid op de campus. In de meeste gevallen kan op afstand werken heel goed uitpakken. Dat is de laatste anderhalf jaar aangetoond/zichtbaar gemaakt.
Medewerkers hebben veel succesvol mogelijk gemaakt; ook online samenwerken en lesgeven. Er speelt natuurlijk wel het sociale aspect: contact met de collega’s. We hebben gemerkt dat dat veel lastiger is op te vangen met Zoom of Teams, ondanks pogingen met behulp van borrels en pubquizes.
Studenten staan aan het begin van hun zelfstandige leven. Het is belangrijk dat ze contacten opdoen, relaties opbouwen, enzovoort. Het sociale aspect van versoepeling is daarom evident. Contact- en locatiegebonden onderwijs is doorgaans het effectiefst en bij praktische studies zelfs essentieel: denk aan laboratoria en aan patiënten.
Verplichten of vrijwillig?
Worden medewerkers en studenten verplicht terug te keren naar de VU of niet? En als mensen teruggaan naar werken en studeren op de campus: onder welke voorwaarden? Op dit moment wordt weer zichtbaar dat sommige leidinggevenden terug willen naar het oude normaal, personeel bij enkele afdelingen zou - soms op indirecte wijze - min of meer gesommeerd worden naar de VU te komen. (Bijvoorbeeld als colleges verplicht op de campus moeten plaatsvinden. Dat betekent dat docenten hiervoor terug moeten komen naar de campus). Herhaaldelijk hebben we het afgelopen jaar gesproken over het oude normaal en dat we hier waarschijnlijk niet naar terug zullen gaan. En waarschijnlijk ook niet naar terug willen, bijvoorbeeld omdat er veel ervaring is met online werken en we de voordelen hiervan hebben gezien, maar ook in verband drukte op de weg, het beperken van reistijden en het gebrek aan ruimte op de campus. De voordelen van het online werken willen we graag combineren met de noodzakelijkheid en de behoefte aan menselijk contact en ‘live’ colleges of overleg.
Wanneer en onder welke omstandigheden worden medewerkers gedwongen naar de VU te komen? Hoe wordt een onderscheid gemaakt tussen noodzakelijk en niet-noodzakelijk? Hoe gaan we om met mensen die extra kwetsbaar zijn, bijvoorbeeld 60-plussers of mensen met immuniteitsproblemen?
Dilemma’s in het onderwijs
De combinatie van tegelijkertijd online en fysiek onderwijs geven (hybride) werd en wordt geopperd. Het is belangrijk te beseffen dat dat een zeer grote uitdaging is, voor alle betrokkenen. De werkdruk, die toch al als veel te hoog wordt ervaren, zou nogmaals worden verhoogd. Hybride onderwijs vergt aanpassingen. Aanpassingen waarvan we ons af kunnen vragen of docenten en ondersteuners er nog toe in staat zijn, gezien de al jarenlange te hoge werkdruk én na de coronaperiode.
Een andere vraag is of sommige studenten gaan sjoemelen met testen – of zich niet laten testen – om toch colleges te kunnen bijwonen of een tentamen te kunnen maken? De kans daarop is groter in de gevallen waar aanwezigheid verwacht wordt en als er geen digitaal alternatief voorhanden is. Wat gebeurt er als iemand positief test? Gaat de GGD-contactonderzoek uitvoeren en/of moeten alle studenten uit datzelfde college, en de docent, tien dagen in quarantaine? Dat zijn serieuze vragen.
Het gedrag van studenten en medewerkers is bepalend. Dat zagen we begin juli al bij de ‘dansen-met-Jansen’-uitbraak. Stel dat de overheid toestemming geeft voor het openstellen van zalen voor colleges met meer dan 75 studenten na 20 september, dan nog kan de VU zich afvragen of dat wel verstandig is. Amsterdam is nog een van de regio’s met een relatief lage vaccinatiegraad, zeker onder jongeren. De risico’s zijn immers ongelijk verdeeld. En wat als studenten of medewerkers zich niet houden aan ‘heb je klachten, laat je testen?' Of niet melden dat er sprake is van besmetting?
Inmiddels is de tweede week van de colleges alweer bijna voorbij. Het beeld is dat veel studenten blij zijn terug te zijn op de VU, of juist voor het eerst op de VU zijn. Maar we zien ook veel studenten met een mondkapje onder hun kin of helemaal geen mondkapje op. De rondlopende medewerkers doen hun best de studenten hun kapje te laten dragen, maar aangezien er geen sancties zijn heeft dat lang niet altijd zin.
Controle aan de deur?
Hoewel zowel de minister als het Strategisch Beleidsteam het niet uitsluiten, wil de VU vooralsnog niet controleren op negatief getest/ gevaccineerd, aan de poort. Een paar argumenten gaan over tafel: het is niet wettelijk, de AVG staat het niet toe. De afgelopen maanden heeft de VU steeds gecontroleerd aan de deur. Studenten met een collegekaart en medewerkers met hun toegangspas. Die gegevens werden slechts een korter periode bewaard. Bovendien kunnen QR-codes gecontroleerd worden ‘as is’, dus zonder te registreren. En zelfs als er drie dagen retentie is, dan gaat het niet verder dan wat de VU al deed. Kortom, willen we een vorm van controle bij de deur voortzetten?
Hoe worden de gezondheidsrisico’s bij het nemen van een besluit hierover meegewogen? Een dilemma hierbij is natuurlijk wel dat er de afgelopen periode nog geen colleges op de campus waren. Hoe ga je duizenden studenten aan de deur controleren zonder opstoppingen te veroorzaken die ook weer risicovol zijn?
Oproep tot vaccineren?
De enige manier om de coronapandemie de kop in te drukken is vaccinatie. Zelfs al kun je met het vaccin ziek worden of doorgeven, het ziektebeeld zal minder heftig zijn. Als de VU vaccineren op locatie zonder afspraak faciliteert is de drempel ook lager (dus niet alleen één middag). Het zou goed zijn als het bestuurscollege, decanen et cetera wijzen op het belang van vaccineren, verwijzen naar wetenschappelijke bronnen (bijvoorbeeld Johns Hopkins) en er nogmaals op wijst dat je vaccineren niet alleen doet voor jezelf maar ook voor hen moverende redenen niet is gevaccineerd. Jeroen de Ridder, universitair hoofddocent filosofie aan de VU, heeft in Het Parool voorgesteld dat studenten en docenten hun vaccinatiestatus vrijwillig bekendmaken. 'Dat mogen ze weigeren, maar veel studenten en collega’s zullen het prima vinden. Dat maakt een betere inschatting van de veiligheid op de campus mogelijk.'
Reageren?
Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.