Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
27 maart 2024

Wetenschap
& Onderwijs

Trainen in tropische temperaturen

Bewegingswetenschappers van de VU onderzoeken op dit moment de effecten van een speciale hittetraining op sportprestaties. Ze hopen dat de resultaten van belang zijn bij de Olympische Spelen in Tokyo volgend jaar.

Het is net of je de vlinderkas van Artis binnenloopt, zo vochtig en warm is het in de hittekamer in de Medische Faculteit. Het is een hokje van drie bij vier meter, maar groot genoeg voor drie fietsen en de nodige apparatuur. Het suizen van de apparatuur doet in deze omstandigheden denken aan het geluid van een kabbelend beekje in een tropisch regenwoud.

“37,2 graden”, zegt onderzoeker Puck Alkemade tegen deelnemer Esther Visser als ze haar lichaamstemperatuur heeft opgemeten. Visser baalt. “Normaal kom ik binnen met een lichaamstemperatuur van 37,4 graden. In de training moet ik de 38,5 graden halen, dus nu moet ik harder fietsen”, zegt ze. Visser is net als Alkemade aan het promoveren aan de VU, Alkemade in de bewegingswetenschappen, Visser in de neurobiologie.

Halve triatlon

In de kamer is het 33 graden en de relatieve luchtvochtigheid is 65 procent

“Ik ben voor een halve triatlon aan het trainen”, vertelt Visser, “maar ik doe mee aan dit onderzoek omdat ik het interessant vind om zoveel informatie over mijn eigen lichaam te verzamelen.” In de kamer is het 33 graden en de relatieve luchtvochtigheid is 65 procent. Daarmee bootsen de onderzoekers de weersomstandigheden na die worden voorspeld voor de Olympische Spelen van Tokyo volgend jaar. “3,2,1, ja”, roept Alkemade. Visser mag beginnen met fietsen.

Het Human Performance Lab is al enkele maanden het decor voor het onderzoek van Alkemade en haar collega, de Britse postdoc Nicola Gerrett. De in totaal 24 deelnemers doen in een eerste blok twaalf hittetrainingen, hebben dan een maand rust en doen vervolgens een tweede blok met zeven hittetrainingen. “Atleten willen het liefst met de benen omhoog zitten vlak voor de wedstrijd, terwijl ze wordt aangeraden om minimaal tien dagen van tevoren in de hitte te trainen om eraan te wennen”, zegt Alkemade. “Dit onderzoek is erop gericht om te kijken of de hittetrainingen al een maand eerder gedaan kunnen worden, zodat het niet interfereert met het trainingsschema.”

hittetraining

Geheugen voor hitte

Het lichaam past zich in het eerste blok hittetrainingen aan de warmte aan en leert zo optimaal te presteren in de nieuwe omstandigheden. Die veranderingen zullen na de trainingen langzaam verdwijnen, maar de hypothese is dat er een soort geheugen in het lichaam zit. Alkemade hoopt dat de aanpassingen die zijn ontstaan in het eerste blok sneller terugkomen in het tweede blok. Daardoor zouden sporters minder trainingen nodig hebben vlak voor de wedstrijd om toch op hetzelfde niveau te komen.

Het kan gevaarlijk zijn voor de sporters als hun lichaamstemperatuur te hard stijgt

Na tien minuten fietsen verschijnen de eerste zweetdruppels op Vissers voorhoofd, maar haar lichaamstemperatuur is nog steeds 37,2 graden. Alkemade zet het vermogen van de fiets wat hoger, op 150 watt. Dat is ruim het dubbele van wat een stadsfietser ongeveer haalt. “Het is de bedoeling dat de deelnemers binnen dertig tot veertig minuten de 38,5 graden halen. Daarna moeten ze nog een uur fietsen, waarin de lichaamstemperatuur constant moet blijven”, legt Alkemade uit. Het is zo hoog boven de normale lichaamstemperatuur dat er veranderingen zichtbaar zijn in de manier waarop het lichaam met warmte omgaat. Maar tegelijkertijd kan het ook gevaarlijk zijn voor de sporters als de lichaamstemperatuur te hard stijgt.

Eigen kracht kennen

“Het is voor de deelnemers erg interessant om zoveel te leren over hun lichaam en hoe goed het tegen hitte kan. Dat is dan ook de motivatie voor de meesten om mee te doen”, zegt Alkemade. Alle deelnemers doen een VO2max-test tijdens het onderzoek. Daarin wordt het vermogen van het lichaam om zuurstof op te nemen berekend. De deelnemers krijgen zo onder andere inzicht in hun longcapaciteit, hoeveel kracht ze kunnen leveren en de zuurstofopname in hun bloed. Die waardes kunnen handig zijn bij het samenstellen van een persoonlijk trainingsschema. Al vinden sommige deelnemers het ook gewoon interessant om te zien wat de inspanning met hun lichaam doet.

hittetraining

Na 34 minuten en 30 seconden tikt Visser de 38,5 graden aan. Ze is zichtbaar buiten adem en stopt even met fietsen. Haar gezicht is rood aangelopen en haar trainingspak is doorweekt van het zweet. Ze trapt op een iets lager tempo verder. “Je zit nu op 38,7 graden”, zegt Alkemade. “Man!” roept Visser, die eerst zoveel moeite moest doen om haar lichaamstemperatuur te laten stijgen. Maar hoewel ze er oververhit en bezweet uitziet, kan ze de energie opbrengen om nog met de deelneemster naast haar te praten en lachen. Louise Soplanit is ook al een tijdje bezig met de training en ziet er net zo uit.

Heetwaterbad

‘Wat een mooie zweetdruppels heb je’, zegt Alkemade

Alkemade test in het tweede blok niet alleen de reactie van het lichaam op de nieuwe hittetrainingen. “Eén groep deelnemers gaat tijdens het tweede blok in een heetwaterbad zitten. Als dat ervoor kan zorgen dat de adaptaties terugkomen, hoeven de atleten geen uitgebreide hittetrainingen meer te doen in de dagen vlak voor de wedstrijd.” Het heetwaterbad is nog niet eerder gebruikt bij een onderzoek naar hittetrainingen. Daarnaast is het volgens Alkemade ook vrij nieuw dat er in dit onderzoek conclusies worden getrokken op basis van het tweede blok. “Daardoor kan beter beoordeeld worden hoe sporters op de lange termijn om zullen gaan met hitte.” Het plan is om voor de zomer een praktisch rapport aan de coaches van de Olympische atleten af te leveren. De wetenschappelijke publicatie zal pas na de Olympische Spelen worden gepubliceerd, in verband met de concurrentie van andere landen.

Mooie zweetdruppels

Visser lukt het redelijk om tijdens de rest van de training haar lichaamstemperatuur onder controle te houden. “Het eerste half uur is het zwaarst, het uur erna is qua vermogens lager”, zegt ze, terwijl ze stevig doortrap op 110 watt. “Morgen Bossche bollen!” roept ze. “Wat een mooie zweetdruppels heb je”, zegt Alkemade ondertussen tegen Soplanit, terwijl ze naar haar arm kijkt. En tegen de journalist: “Per training verliezen de deelnemers ongeveer anderhalf tot twee liter zweet.”

Dan zijn Visser en Soplanit klaar en trekken hun bezwete trainingspakken uit. Alkemade lacht: “Een keer dacht de schoonmaakster dat het hier lekte, ze kon niet geloven dat het een plas zweet van een van de deelnemers was.”

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. Reacties met url’s erin worden vaak aangezien voor spam en dan verwijderd. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Velden met een * zijn verplicht
** je e-mailadres wordt niet gepubliceerd en delen we niet met derden. We gebruiken het alleen als we contact met je zouden willen opnemen over je reactie. Zie ook ons privacybeleid.