Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
26 maart 2024

Wetenschap
& Onderwijs

‘Snacken biedt troost’

Niets is zo Nederlands als de snackbar. Maar wat is nou eigenlijk de culturele betekenis van de hete loeierd en de berenhap? Ad Valvas vraagt het aan antropoloog Irene Stengs – met een patatje erbij.

Patat met fritessaus, geen mayonaise. Nog voordat Irene Stengs zit om haar bestelling af te wachten, schieten haar ogen langs het interieur van de snackbar. “De gebruikelijke foto’s van softijs en picanto’s aan de muur. Een sinaasappelpers, die is denk ik voor de toeristen. Een tv-scherm voor het voetbal, dat zie je steeds vaker. En ze verkopen halve haantjes, dat zie je juist weer steeds minder”, stelt ze vast. Maar het meest onderscheidende kenmerk: “De vitrine waar het nog ongefrituurde voedsel uitgestald ligt. Dat hoort echt bij de Nederlandse snackbar.”

Cultuur die jeukt

Het voelt alsof snackbar Jan Oostrum in de Nieuwe Hoogstraat daarmee door de ‘keuring’ is, maar Stengs oordeelt niet, ze observeert en analyseert. Ze is bijzonder hoogleraar antropologie van ritueel en populaire cultuur aan de VU en onderzoeker aan het Meertens Instituut. “Ik heb een bijzondere interesse in culturele fenomenen die een beetje jeuken, waar mensen snel een mening over hebben. Denk aan André Rieu of André Hazes. En de snackcultuur.”

‘Een patatje is eigenlijk een klein feestje’

Onder de snackcultuur valt al het voedsel dat snel bereid en gegeten kan worden en vaak als ongezond wordt bestempeld: McDonald’s, de loempiakraam, kibbeling, shoarma, poffertjes en natuurlijk de snackbar. Die heeft sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw heel Nederland veroverd en is nu niet meer weg te denken uit het straatbeeld. “De snackbarbranche heeft vastgesteld dat er op elke 10.000 inwoners wel 3 snackbars zijn. Variërend van een soort loket in de muur tot plekken als deze waar je kunt zitten.”

‘Klein feestje’

De friet komt. Geen puntzakje, maar het bekende witte plastic bakje met een apart gootje voor de saus. We eten met onze handen, nog zo’n element van de snackcultuur. “Een patatje is eigenlijk een klein feestje”, legt Stengs uit. “We eten snacks bij bijzondere gelegenheden: bij het zwembad, in de dierentuin, op het strand, in de vakantie, op zondag, als we naar het voetballen gaan, op braderieën en festivals, op kinderpartijtjes. Zo worden we gesocialiseerd tot de snackcultuur. Als volwassenen associëren we snackbarvoedsel nog steeds met die gezellige momenten. Daarom is het zo populair. Maar het ligt inmiddels overal in de supermarkt en is ook alledaags geworden. Verder is het geen haute cuisine, maar simpel eten. Samengevat: gewoon voedsel voor ongewone gelegenheden.”

Is de snackbar daarmee een tempel van de Nederlandse gewoonheid en bescheidenheid? Stengs, beslist: “Dat zijn eigenlijk helemaal niet van die belangrijke Nederlandse waarden. Op televisie zijn talloze programma’s, zoals Idols en The Voice of Holland, waarin mensen proberen op te vallen, de beste te zijn, bekend willen worden. Je hoort wel vaak: doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg, maar dat is meestal een moreel oordeel, bedoeld om mensen op hun plaats te zetten.’

Guilty pleasure

‘Een blad bitterballen en kaasstengels heet ook wel een bruine fruitschaal’

Ook het idee dat snackbarvoedsel vooral in trek is bij bevolkingsgroepen met een lagere sociaaleconomische status, verwerpt Stengs. “Kijk, er wordt soms met enig dedain naar gekeken, veel mensen zeggen dat ze het ordi vinden. Dat hoor je ook terug in onze bewoordingen voor snacks: even een vette bek halen. Een blad bitterballen en kaasstengels heet ook wel een bruine fruitschaal. De snacks zelf hebben namen als berenhap en hete loeierd. Maar friet kan ook chique en culinair zijn, dan eet je het in een Frites Atelier bijvoorbeeld. Als je uit een milieu komt waar zelf koken een belangrijke waarde is, doe je er een beetje besmuikt over als je naar de snackbar gaat; het is een guilty pleasure. Alle lagen van de bevolking komen in de snackbar.”

We kijken om ons heen in een volstrekt non-representatieve proef op de som. Bij de deur leunt een blanke oude man op zijn rollator. Twee Italiaanse toeristen eten hamburgers. Een Noord-Afrikaanse man wacht op zijn bestelling en kijkt tv. “Het fenomeen snackbar kent verschillende modaliteiten, zoals antropologen dat noemen”, zegt Stengs. “Een groepje schoolkinderen dat zakgeld komt stukslaan is een volstrekt ander verschijnsel dan ’s nachts een snack halen na het stappen. Hangjeugd rond een frietkraam is een andere groep dan kantoormensen die Kwekkeboom-kroketten bestellen.”

Opa’s recept

We rekenen af en vertrekken. Langs zaken waar kebab en crêpes verkocht worden naar die andere bekende verschijningsvorm van de snackbar: de Febo, in de Reguliersbreestraat. De deurtjes van de automatiek klepperen open en dicht, ook toeristen weten ze te vinden. “Dit wordt typisch Nederlands gevonden: eten uit de muur”, zegt de hoogleraar. “Het geel is zo te zien uit het interieur van de Febo verdwenen, het oogt moderner. En kijk daar.’”

Boven de automatiek staat ‘huisgemaakt’ en ‘opa’s recept gaat als een kroket’ geschreven. “Dat moet dan een soort rijm zijn, denk ik. Deze teksten willen vooral authenticiteit en een soort traditioneel vakmanschap uitdrukken. Dat vinden we tegenwoordig belangrijk, juist in de eetcultuur.”

‘We vinden in de snackbar herinneringen en associaties aan onze kindertijd’

Biologisch snacken

Daarin heeft zich ook een soort foodie-stroming gevestigd van overnight oaties, zelf brood bakken en biologische ingrediënten: de tegenhanger van de snackbar? “Er is inderdaad een hausse aan kookprogramma’s, kookboeken en gezond eten is een belangrijke waarde geworden. Paradoxaal genoeg blijft er ook een grote vraag naar snel en gemakkelijk te bereiden voedsel, zoals snacks, voorgesneden groenten en kant-en-klaarmaaltijden.”

Overheden en instanties die campagnes voor gezond eten en tegen obesitas lanceren, zouden daar bij stil moeten staan, vindt Stengs: “Je kunt nog zoveel verstandigs zeggen over calorieën en makkelijke koolhydraten, maar voor een effectieve campagne moet je ook inspelen op die emotionele waarde die de snackbar voor mensen heeft. We vinden er herinneringen en associaties aan onze kindertijd, het eten geldt als feestelijk, het biedt troost. Dat is ook een werkelijkheid. Ik hoor weleens: jullie antropologen maken alles ingewikkelder. Kan kloppen. We bestuderen alledaagse taferelen, waar niets bijzonders over te zeggen lijkt, maar die ons eigenlijk veel leren over de samenleving. En mogen daar graag een vraagtekentje bij achterlaten. Ook in de snackbar.”

De kapsalon als immaterieel erfgoed?

Is de snackbar als typische uiting van Nederlandse cultuur ook meteen ‘immaterieel cultureel erfgoed’ dat voorgedragen zou moeten worden voor de Werelderfgoedlijst? Er is wel betoogd om de ‘afhaaltraditie’ van friet op de lijst te zetten, omdat de frietkraam steeds zeldzamer wordt.

In Rotterdam wordt hetzelfde bepleit voor de kapsalon, een daar uitgevonden gerecht van shoarma, patat, kaas en salade. Zo gek is het niet: op de Inventaris van Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland staan al het Brabantse worstenbroodje en de Indische rijsttafel. “Als iets erfgoed wordt genoemd, hebben mensen er associaties van trots bij”, zegt Irene Stengs. “Er hangt een morele waardering aan. En het idee van crisis: er is iets aan het verdwijnen, er is iets dat bescherming behoeft, zoals vaak gezegd wordt over het Sinterklaasfeest. Ik onderzoek niet of iets op de erfgoedlijst moet, ik onderzoek die oproepen, welke groepen doen die en vanuit welk gezichtspunt?

Maar de snackbar is niet in crisis hoor, de bezoekersaantallen lopen niet terug, ook al hebben we het nu allemaal over gezond eten. Het is ook geen statische eetcultuur, maar een veranderlijk fenomeen dat meegaat met ontwikkelingen in de samenleving. Neem de bamischijf of nasibal, echte snackbarklassiekers, maar die komen natuurlijk voort uit het Nederland-Indisch verleden. En vandaag de dag vind je in de snackbar ook de vegetarische kroket en de glutenvrije frikandel.”

Dit artikel verscheen in Ad Valvas magazine #14: Veldwerk in de snackbar.

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. Reacties met url’s erin worden vaak aangezien voor spam en dan verwijderd. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Velden met een * zijn verplicht
** je e-mailadres wordt niet gepubliceerd en delen we niet met derden. We gebruiken het alleen als we contact met je zouden willen opnemen over je reactie. Zie ook ons privacybeleid.