Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
28 maart 2024

Wetenschap
& Onderwijs

‘Radicalen kunnen de wereld verbeteren’

Radicale jongeren moet je niet deradicaliseren, maar reradicaliseren, zegt pedagoog Stijn Sieckelinck. ‘Radicale energie kan dingen ten goede veranderen.’

Deradicaliseren is het toverwoord als het gaat om extremistische moslims en radicaliserende jongeren, maar volgens Stijn Sieckelinck bereik je daarmee alleen maar het tegenovergestelde van wat je wilt. Sieckelinck, van huis uit pedagoog maar verbonden aan de afdeling Politicologie “en af en toe doe ik er ook een beetje theologie bij”, stelt dat je radicale jongeren juist moet reradicaliseren. Hij legt dat uit in zijn boek Reradicaliseren – ronselen voor een betere wereld, dat twee jaar geleden verscheen.

Radicaliteit als positieve kracht

Radicaliteit is niet per se slecht, zegt Sieckelinck. Sterker nog, radicalisme kan een positieve kracht zijn die de maatschappij vooruit helpt. Kijk naar Greta Thunberg, de jonge klimaatactivist die ons, in de woorden van Sieckelinck, “op een ongepolijste manier confronteert met de gevolgen van ons gedrag en ons een spiegel voorhoudt die pijn doet aan de ogen.”

In wezen doen extremistische moslims dat ook. “De toestand in Syrië zou hier veel minder in de aandacht staan zonder de recente aanslagen in Europa”, aldus Sieckelinck. “Het grote probleem is dat er volgens hun logica geen andere manier is om dingen te veranderen dan de gewapende strijd. Politiek gemotiveerd geweld confronteert ons met de gevolgen van onze eigen politiek, maar het maakt ook ons sociaal weefsel kapot.”

Ruimte voor radicale vragen

De kunst is dus om het radicale te behouden, maar geweld af te zweren. Voorbeelden daarvan zijn er te over: Ghandi, bijvoorbeeld, en Martin Luther King, die compromisloos streden voor meer rechtvaardigheid. “Maar strijd wordt tegenwoordig al snel geproblematiseerd en gecriminaliseerd”, zegt Sieckelinck. “Ook voor het stellen van radicale vragen krijgen jongeren nauwelijks ruimte.”

Dat moet anders, vindt hij. Het zit in de aard van jongeren om grenzen te verkennen en op zoek te gaan naar “de waarheid”. “Er zijn situaties waarbij docenten leerlingen te snel afkappen als ze die grenzen verkennen”, aldus Sieckelinck. “Mijn punt is dat ze die zoektocht naar de waarheid en naar idealen juist moeten begeleiden in plaats van voorkomen. Dat is wat ik bedoel met reradicaliseren.”

Verbieden of straffen werkt niet

Maar wat als een leerling de Holocaust ontkent? Hoe moet een docent daarmee omgaan? “Zij moet in elk geval niet verbieden of straffen”, meent Sieckelinck. “Want dan lever je zo’n leerling uit aan charlatans op het internet, die hem (het zijn meestal jongens) voeden met complottheorieën. Vragen stellen is veel beter. Waar komen zijn denkbeelden over de Holocaust vandaan? Waarom is die kwestie zo belangrijk voor hem? Welke persoonlijke ervaringen voeden zijn standpunt? Zo dwing je hem er zelf over na te denken, en realiseert hij zich dat die denkbeelden niet het resultaat zijn van zijn eigen zoektocht, maar dat ze zijn opgelegd. Door bovendien het gesprek erover te openen, geef je leerlingen de gelegenheid elkaar te bevragen. En ze nemen meer van elkaar aan dan van de juf.”

Het klaslokaal kan zoals Sieckelinck in een EU-paper schrijft een ‘laboratorium voor de democratie’ zijn. “Daar moet je gevoelige kwesties niet vanuit een angstreflex proberen buiten te houden. Dan jaag je jongeren juist in de armen van extremisten die wél een antwoord op alle vragen hebben, en hen voeden met extremistische denkbeelden.”

Lees wat Sieckelinck nog meer te zeggen heeft over jongeren en radicalisme en hoe vier VU-studenten zich inzetten voor hun idealen in het nieuwe nummer van Ad Valvas.

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. Reacties met url’s erin worden vaak aangezien voor spam en dan verwijderd. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Velden met een * zijn verplicht
** je e-mailadres wordt niet gepubliceerd en delen we niet met derden. We gebruiken het alleen als we contact met je zouden willen opnemen over je reactie. Zie ook ons privacybeleid.