Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
28 maart 2024

Wetenschap
& Onderwijs

Lesgeven kun je leren, en dat is hard nodig

Wetenschappers hebben geleerd onderzoek te doen, verpleegkundigen kunnen een infuus aanleggen en technici een motor ontwerpen. Nu nog college geven. “Onderwijzen is een vak. Dat kun je leren en dat moet je serieus nemen.”

Met het geld van de basisbeurs kunnen de komende jaren duizenden docenten extra aan de slag op hogescholen en universiteiten. Maar hoe zorg je dat dit goede docenten zijn? Dat ze inspirerend lesgeven en niet halverwege overspannen afhaken? “Hoe zorg je dat de kwaliteit van het onderwijs écht beter wordt”, wilde voorzitter Linde de Nie van het Interstedelijk Studenten Overleg gisteravond weten tijdens een bijeenkomst over docentkwaliteit.

Docent zó belangrijk

“Studenten die een bijeenkomst organiseren over docenten, dat klinkt misschien een beetje raar”, zegt De Nie. “Maar ze zijn zó belangrijk voor het onderwijs, we wilden gewoon eens samen kijken hoe we kunnen zorgen voor betere docenten. Niet om flauw te doen, maar ter inspiratie.”

Het grootste probleem: “In het hoger onderwijs zijn veel docenten alleen maar bezig met kennisoverdracht”, zegt docent Izaak Dekker die op de Hogeschool Rotterdam betrokken is bij een project om de docentkwaliteit te verbeteren. “Dat deed ik ook. Ging ik ter voorbereiding op een college heel veel boeken lezen en aan de groep vertellen wat ik wist. Ik was enorm teleurgesteld toen tijdens de toets bleek dat ze er niets van hadden opgestoken. Voor mijn eerste vak heb ik iedereen een onvoldoende gegeven.”

Kunst van het lesgeven

De Leidse hoogleraar Jan Anthonie Bruijn zit driftig te knikken als Dekker vertelt dat de opbouw van het curriculum van een opleiding “een oorlog is van geven en nemen”. Uit liefde voor hun vak willen docenten hun eigen expertise zo veel mogelijk terugzien. “Onderwijzen is eenzaam, heel raar”, zegt Dekker. “En áls we elkaar dan zien, hebben we het alleen over de inhoud. Niet over de manier waarop we lesgeven.”

Er is te weinig aandacht voor de kunst van het lesgeven, beaamt hoogleraar Bruijn. “Ik ben vijftien jaar geschoold om nierpatholoog te worden, vier jaar om goed onderzoek te kunnen doen. Maar voor mijn derde taak, onderwijs, ben ik nooit een dag geschoold. Dus dat moet professionaliseren. Daar ben ik het zeer mee eens. Een slechte docent kan minstens zoveel schade aanrichten als een slechte dokter.”

Een vak om te leren

Zelfs met korte trajecten is al veel winst te behalen, vult Mariska Knol aan. Zij doet onderzoek en coacht universitair docenten. “In het WO hebben we wel echt een probleem met de docentkwaliteit, er is een cultuurverandering nodig daar.” Bruijn zit opnieuw te knikken als ze verder gaat. “Er heerst daar nog het gevoel dat lesgeven iets is wat je kan, of niet. Maar het is een vak, dus dat kun je gewoon leren.”

Als Bruijn, behalve hoogleraar ook VVD-senator, een lans breekt voor ‘kwaliteitsafspraken’ over docentkwaliteit, gaan de wenkbrauwen van ISO-voorzitter De Nie omhoog. De al bestaande prestatieafspraken werden de afgelopen maanden meermaals weggezet als een teken van wantrouwen en een voorbeeld van doorgeslagen rendementsdenken.

Pek en veren

Maar Dekker wil het rendementsdenken toch even verdedigen. “Met het risico van pek en veren en zo, maar in Rotterdam hebben allochtone jongens van de havo minder kans op een diploma dan autochtone jongens van de havo. Dan kunnen wij vanuit het pluche wel zeggen dat we niet van rendementsdenken houden, maar dat is te makkelijk. In het voortgezet onderwijs lukt het wel om negentig procent van de leerlingen op tijd te laten afstuderen. In het hbo absoluut niet. Omdat we docentschap hebben verwaarloosd.”

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. Reacties met url’s erin worden vaak aangezien voor spam en dan verwijderd. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Velden met een * zijn verplicht
** je e-mailadres wordt niet gepubliceerd en delen we niet met derden. We gebruiken het alleen als we contact met je zouden willen opnemen over je reactie. Zie ook ons privacybeleid.