Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
26 maart 2024

Campus
& Cultuur

Deze wetenschappers stapten uit de ratrace

De snoeiharde eisen die aan wetenschappers worden gesteld, doen je mentale en fysieke welzijn weinig goed. Ad Valvas sprak drie onderzoekers die de werkdruk en het gedoe met tijdelijke contracten wel welletjes vonden en iets anders gingen doen. 

“Pas nu ik uit de wetenschap ben, ben ik me bewust van de druk die ik als postdoc voelde”,  zegt Sander Bosch (32), projectmanager research support bij de Universiteitsbibliotheek van de VU. “Je meet je voortdurend aan andere onderzoekers. Hoeveel hebben zij gepubliceerd? Wat is hun h-index? Eigenlijk wil je zo helemaal niet naar anderen kijken, maar die druk doet toch echt iets met je.”

Leraar maatschappijleer Tim Immerzeel (33), die tot najaar 2016 postdoc bij sociologie was, sluit zich daarbij aan: “Je gaat er vanzelf in geloven dat je iemand bent vanwege die publicaties, omdat daar zoveel over wordt gepraat. Dat misplaatste gevoel van status als het dan weer was gelukt, terwijl ik eigenlijk diep van binnen vond dat wat ik deed helemaal niet zo nuttig was.”

Voor neurowetenschapper Marlieke van Kesteren (36) is de beslissing om de wetenschap uit te gaan vrij recent. Haar contract bij onderwijsneurowetenschap liep eind september af en nu begint ze als consultant bij een bedrijf dat kennisinstellingen helpt om onderzoekssubsidies binnen te halen. Van Kesteren is er eerlijk over: als het haar was gelukt om in Nederland een passende vaste aanstelling aan een  universiteit binnen te halen, was ze waarschijnlijk wetenschapper gebleven. “Ik vind wetenschapper zijn gewoon heel leuk, maar ik wil niet die postdoc worden die oneindig lang korte contractjes aan elkaar moet rijgen en steeds minder inzetbaar wordt in banen buiten de universiteit. Ik zie dat veel mensen dat wel doen, maar dat past niet bij mijn eigenwaarde.”

Laten bungelen

Van de mensen die in Nederland aan een postdoc beginnen, krijgt uiteindelijk twintig procent een vaste aanstelling. Het aantal postdoc-posities is de afgelopen jaren veel harder gegroeid dan het aantal vaste posities aan de universiteiten. Dat betekent dat er een felle concurrentiestrijd is om de weinige vaste aanstellingen die er zijn.  Om overeind te blijven is goed zijn al lang niet meer genoeg: je moet supergoed zijn, supergedreven, superscherp. En je moet geluk hebben, op het juiste moment op de juiste plek zijn.  

En dan nog laten universiteiten je jarenlang bungelen aan losse contractjes, zelfs als je wèl die grote ERC Starting Grant (subsidie van 1,5 miljoen van de Europese Unie) binnenhaalt.

Het hele verhaal van de gestopte wetenschappers lees je hier of in de knisperverse papieren Ad Valvas in de bakken op de campus.

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. Reacties met url’s erin worden vaak aangezien voor spam en dan verwijderd. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Velden met een * zijn verplicht
** je e-mailadres wordt niet gepubliceerd en delen we niet met derden. We gebruiken het alleen als we contact met je zouden willen opnemen over je reactie. Zie ook ons privacybeleid.