Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
28 maart 2024

Campus
& Cultuur

Buitenlandse studenten leren vast wat Nederlands

In een uurtje kun je al genoeg Nederlands leren voor een gesprekje in het café. Een groepje van zo’n twintig buitenlandse studenten komt zich voorbereiden in de Crash Course Dutch.

“Hoi, hoe gaat het? Alles goed?” vraagt docent Willem Janssen. “Ja, prima! En met jou?” antwoordt zijn collega Hermke Hommes. Janssen: “En waar woon je nu? In Amsterdam?” “Ja, ik woon hier om de hoek.” “Spreek je al vaak Nederlands?” “Nou, ik probeer het wel, maar iedereen die ik zie spreekt Engels tegen mij…”

Gênant

De twee docenten van de crash course Dutch zeggen de zinnetjes voor, de studenten herhalen ze, en het gesprekje is ook nog in een heus popliedje gegoten. De studenten zijn niet boven de muziek uit te horen, maar je ziet hun monden bewegen. Met een lachje, want het is toch ook een beetje gênant, zingen in de collegezaal.

In een klein uurtje leren Janssen en Hommes de studenten met hun voorzeg-en-napraat-methode een aantal basisgesprekjes in het Nederlands. Hoe heet je? Waar kom je vandaan? Waar woon je? En ook de ander de vragen terugstellen. En hoe heet jij? “We use the word ‘jij’ here instead of ‘je’”, legt Janssen uit. “Jij is the stressed version of je.”

“What is stressed?” vraagt een studente. Goede vraag, niet elke taal heeft dat. “That’s when you put extra sound on a word”, zegt Hommes.  

Gay, vay, way

Het alfabet doorlopen is ook grappig. Aah, bay, say, day. Gelach bij de gay. En verwarring bij de vay en way. “What’s the difference?” vraagt een student. Bij de way is er wat meer wrijving bij de lippen, is het antwoord.

Ook de cijfers worden geoefend. Hommes: “If you meet someone you like, you need to know the numbers in case you exchange telephone numbers.” Vooral de tientallen vanaf twintig werken op de lachspieren (weer die g), en als in het cijferdictee 88 voorbijkomt, stijgt ongeloof op uit de zaal.

Amsterdams café

De les eindigt met een gesprekje voor het uitgaan. “If you want to invite someone, it’s handy to have the necessary vocabulary”, aldus Janssen. Iedereen weet dat je je ook prima in het Engels zult redden in een Amsterdams café, maar het gaat om het idee. Ook dit eindigt met een liedje, dit keer in hiphopstijl. “Ik neem een biertje.” ”Bah, dat drink ik niet.” “Oké, wat wil je dan?” “Doe maar een witte wijn.” “Die is op.” “O nee!” Het eindigt goed, met een van de belangrijkste Nederlandse woorden: proost!

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. Reacties met url’s erin worden vaak aangezien voor spam en dan verwijderd. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Velden met een * zijn verplicht
** je e-mailadres wordt niet gepubliceerd en delen we niet met derden. We gebruiken het alleen als we contact met je zouden willen opnemen over je reactie. Zie ook ons privacybeleid.