OPINION
14 March 2023Investeer meer in medezeggenschap
Subtitel
Mag het een onsje meer zijn? De VU moet haar medezeggenschap beter faciliteren, vooral op facultair niveau, stelt OR-lid Adriaan Overbeeke. Hij denkt dan aan voldoende tijdscompensatie én aan ambtelijke ondersteuning.
Mag het een onsje meer zijn? De VU moet haar medezeggenschap beter faciliteren, vooral op facultair niveau, stelt OR-lid Adriaan Overbeeke. Hij denkt dan aan voldoende tijdscompensatie én aan ambtelijke ondersteuning.
Deze week worden de ondernemingsraad (OR) en onderdeelcommissies (ODC's) gekozen. Samen vervullen ze de medezeggenschapstaken die onder meer zijn vastgelegd in de WOR, Wet op de ondernemingsraden. Het belang hiervan wordt vooral zichtbaar bij de grotere koerswijzigingen. Denk bijvoorbeeld aan het Mars-project en - heel actueel - bij het op faculteits- en dienstniveau doorlichten van de organisatie met het project VUture. Het bestuurscollege geeft aan dat het de inbreng van de medezeggenschap waardeert en roept naar goede gewoonte iedereen op aan de verkiezingen mee te doen. Belangrijk, zo’n steuntje in de rug, want bij de vorige verkiezingen (2021) bracht maar 26,1 procent van de medewerkers een stem uit. Een kwart.
Medezeggenschapstalent is er aan een universiteit zat, maar het is moeilijk aan te boren. OR-voorzitter Henk Olijhoek sloeg onlangs terecht alarm in Ad Valvas, want er is een probleem met het binnenhalen en vervolgens – minstens zo belangrijk – met het vasthouden van medezeggenschappers bij de OR en onderdeelcommissies. Dat zorgelijke verhaal belandde prompt ook op de voorpagina van Trouw. Ben je eigenlijk niet gek als je je beperkte tijd besteedt aan medezeggenschap, met name als je daarin flink meer uren moet investeren dan je faculteit of dienst ervoor vergoed krijgt? Wordt het werk gewaardeerd? Of is het iets wat je uiteraard vooral ook níét in de tijd van de baas doet? Vrijwillige inzet is natuurlijk mooi, maar geen goede basis voor medezeggenschap in een grote en complexe organisatie met duizenden medewerkers. Medezeggenschap is belangrijk voor het goed functioneren van een onderdeel. En - dat mag ook weleens gezegd worden - het is ook leuk en interessant werk.
We beleven nu een verkiezingsweek waarin eigenlijk minder te kiezen valt dan wenselijk is. Per OR-zetel zijn er nog twee kandidaten aangetreden, voor elke ODC-zetel is er maar 0,8 kandidaat. Voor de facultaire onderdeelcommissies zijn er daarom geen verkiezingen. Die commissies zijn ook structureel onderbezet. In 2021 startte nog maar ééntje met het volle ledental, vanaf 2023 zijn ze allemaal incompleet. Dat houdt niet over. Het zou natuurlijk kunnen liggen aan de matige waardering voor dit werk. Maar misschien ook aan een te beperkte facilitering.
Goed werk start met goede randvoorwaarden. Een universiteit kan een faciliteitenregeling vaststellen die eraan bijdraagt dat medezeggenschappers hun werk fatsoenlijk kunnen doen. Vooral ambtelijke ondersteuning wordt gemist, met name bij alles wat er bij het vergaderwerk komt kijken: zorg voor het goed afhandelen van dossiers, agenderen en verslaglegging.
In de eerste plaats moeten het bestuurscollege en de OR goed kijken naar de tijdscompensatie voor ODC-leden en de manier waarop die wordt ingevuld op het niveau van de faculteiten en diensten. Hoe kleiner de faculteit (en hoe kleiner de ODC), hoe lastiger het werk wordt, want de gespreksonderwerpen zijn voor alle faculteiten inhoudelijk dezelfde.
Neem de ODC bij de kleine, maar qua organisatie complexe, faculteit Religie en Theologie (65 fte). Die ODC (7 zetels) heeft al heel wat jaren relatief veel werk te verstouwen, bij alle turbulentie waarin deze faculteit verkeert. Veel kwesties verdienen grondige aandacht van deze ODC, omdat de positie van medewerkers erdoor geraakt kan zijn. Denk aan het reorganisatieproces dat deze faculteit vanaf 2019 doormaakte.
Hoe zit het met de faciliteiten van deze kleine ODC, met name met de ambtelijke ondersteuning? Voor zover bekend stelt ze het zonder. Ook in andere faculteiten lijkt dat het geval te zijn.
Ter vergelijking: bij de UvA is er op het niveau van de centrale medezeggenschap (ons OR-niveau) eigen ambtelijke ondersteuning van zo’n 2 uur per lid per week. Hetzelfde geldt daar voor de medezeggenschap op decentraal niveau (ons ODC-niveau): de norm is daar ook 2 uur. Van zo’n ondersteuningsmodel kunnen ze aan de VU alleen maar dromen.
Het faciliteren van medezeggenschap is integraal onderdeel van goed ondernemerschap. Het is een investering. Wie moet dat betalen? Zeker voor een kleine faculteit is het overeind houden van de medezeggenschap relatief zwaar: zou dit niet iets kunnen zijn voor centrale financiering? Goed werkende en dus goed gefaciliteerde medezeggenschap kan de universiteit op termijn overigens ook kosten besparen.
Adriaan Overbeeke is OR-lid en universitair docent aan de faculteit Rechtsgeleerdheid van de Vrije Universiteit.
Reply?
Stick to the subject, and show respect: commercial expressions, defamation, verbal abuse and discrimination are not allowed. The editors do not argue about deleted responses.