Tempel voor de waarheid
Ik weet nog dat de theoloog Erik Borgman in 2018 in een essay beargumenteerde dat de universiteit een tempel voor de waarheid zou moeten zijn: ‘Een tempel waar studenten leren te werken aan hun ziel.’ Ik studeerde toen net een jaar aan de VU en weet nog dat ik vaak tegen mijn vrienden zei: “Hey, zie ik jou vandaag nog op de tempel voor de waarheid?” Dit vond ik grappig omdat zo’n overdreven en overgeromantiseerd beeld van de universiteit zover af stond van mijn dagelijkse realiteit, met werkgroepen en dure koffie.
‘Overheden’, schreef Borgman, ‘kijken naar de universiteit als naar een onderneming. Een onderneming die zoveel mogelijk geld moet binnenhalen en zoveel mogelijk waarde moet creëren. En studenten worden gedwongen zich diep in de schulden te steken omdat hun opleiding een investering is. Het is niet meer dan logisch dat studenten hun opleiding niet als een waarde op zich beschouwen, maar als een toegangsbewijs tot begerenswaardige banen.’ Niet zozeer een tempel dus, meer een diplomafabriek.
Bijvoorbeeld als het bestuur het weer eens zo druk heeft met zichzelf op de schouders kloppen omdat we vegetarische kroketten hebben of zoiets. De VU is dan even een wegrestaurant op de Veluwe dat een goede Tripadvisor-recensie wil krijgen.
Of die keer dat er van de 200 studenten die wetenschapsgeschiedenis zouden moeten volgen er 15 in de collegebanken zaten. En hoe ik dan moest uitleggen aan de gastdocent, terwijl ik ook niet altijd aanwezig ben, wat slidecast is. En dat er daarom veel mensen niet komen. Hij keek beteuterd naar zijn powerpoint, op de laatste slide stonden een paar slechte zelfgemaakte memes over wetenschapsgeschiedenis.
“Maar je hoort toch gewoon aanwezig te zijn?” vroeg hij. “Net zoals je ook gewoon de literatuur leest?” Ik had meer slecht nieuws.
Of de student literatuur & samenleving: Nederlands die naast me zit tijdens het schrijven van deze column en opmerkt dat zijn bacheloropleiding pas veel aandacht kreeg nadat zij was afgeschaft. Dat er opeens na college meer journalisten dan studenten bij de uitgang van de collegezaal stonden om ze te interviewen. “Vind je het eigenlijk erg dat je studie niet meer bestaat?” vraag ik, net zoals die journalisten destijds.
“Ik vind het vooral gênant dat hier op universitair niveau geen Nederlands wordt gegeven.”
Ik sta op de begane grond dure koffie af te rekenen. Ik heb de architectuur in de ontvangstruimte altijd al heel tof gevonden, die wirwar van trappen. Uit de aula komen hoogleraren in toga’s aangelopen en de universiteit is even een religieus gebouw. Ik stuur een appje naar een vriendin: ‘Ben jij ook in de tempel voor de waarheid?’ Ik hoop dat ze me grappig vindt.
Reageren?
Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.