Popup-Niks-missen-2.png

06 maart 2023

Echte meisjes in de jungle

Reality-tv is een verslavende drug. Ik gebruik geen pillen, maar ik stel me zo voor dat het bingen van Temptation Island of Ex on the Beach je dezelfde combinatie van zelfbevestigende euforie en wegrottende hersenen geeft als overmatig xtc-verbruik.
Inmiddels ben ik aan het afkicken van Echte meisjes in de jungle. Voor wie het heeft ‘gemist’: in deze Videoland-serie moeten twaalf vrouwen overleven in de rimboe van Laos. Saillant detail: de deelneemsters deden allemaal eerder mee aan realityprogramma’s en daarin waren ze niet bepaald muurbloempjes.
Al tijdens de leader valt op dat de programmatitel wat misplaatst is, aangezien de echte meisjes voor een groot deel bestaan uit plastic. Opgespoten lippen, uitvergrote borsten, strakgetrokken wangen; het deelnemersveld heeft iets weg van een collectie abstracte Picasso’s.

Junglemeisjes Dido

Tussen het botoxgeweld is er één meisje dat niet aan zichzelf heeft geknutseld. Ze heet Jill. Wanneer de opnames een paar dagen lopen, wordt Jill teneergeslagen wakker. Ze vertelt tegen de camera dat ze zich onzeker voelt over haar eigen lichaam tussen alle opgeblazen lippen, borsten en billen.

Hoewel Jill niet mijn type is, vind ik haar honderd keer mooier dan alle gekunstelde Barbamama’s

Dit is de omgekeerde wereld. Want hoewel Jill niet mijn type is, vind ik haar honderd keer mooier dan alle gekunstelde Barbamama’s die haar reisgenoten zijn. Bizar dat ze zich daaraan meet.
Maar zo gek is dat eigenlijk ook weer niet. Buiten de reality-tv bestaan evengoed bepaalde schoonheidsidealen. Het toonbeeld van gladde babyhuidjes, geschoren oksels, gespierde armen en slanke tailles nestelt zich in onze hersenen via billboards, bushokjes en sociale media.
Voelt iedereen zich niet af en toe zoals Jill? Behandelen we ons uiterlijk niet allemaal een beetje als een kunstwerk dat we almaar willen bijschaven aan de heersende normen van wat ‘mooi’ is? Wie is er niet bij wijlen chagrijnig door een puist, bad hair day of litteken?

Afgelopen maand stootte een vrouw op de kunstbeurs van Miami een beeldje van zijn sokkel. Het sculptuur maakte deel uit van een peperdure serie van de kunstenaar Jeff Koons. Het beeld ter waarde van 42.000 dollar spatte op de vloer uiteen in duizend stukjes.
Maar financiële schade was er niet. Integendeel, de kunsthandelaren buitelen inmiddels over elkaar heen om de gruzelementen te kopen. Net als de halfversnipperde Banksy werd de kapotgevallen Koons door zijn littekens niet minder, maar juist méér waard. “Het maakt de kunst alleen maar interessanter”, verklaarde een van de bieders.

Illustratie: Dido Drachman

 

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.