Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
28 maart 2024

Campus
& Cultuur

Demonstratie 2012 aan de VU

VU heeft transparant bestuur nodig

Bestuurders gekozen door de medezeggenschap en meer macht voor de faculteiten. Dat zijn twee voorstellen van de commissie-Democratisering van de ondernemings- en studentenraad. Laura Henderson en Boris Slijper, voorzitter en lid van het dagelijks bestuur van de ondernemingsraad leggen uit wat de plannen behelzen.

De bestuursvoorzitter Jaap Winter heeft vorig jaar bij het universiteitsdebat beloofd dat het bestuur transparanter wordt en mensen eerder gaat betrekken bij het maken van plannen. Merken jullie daar iets van?

Henderson: “Ik denk dat die bereidheid er zeker is. Het bestuur zet vaker panels en werkgroepen in om vooraf meningen te peilen en mee te denken, ook bij belangrijke benoemingen zoals van decanen. Maar we zijn er nog lang niet. Zo kreeg de medezeggenschap belangrijke stukken voor de begroting van 2017, onder meer de zogeheten kaderbrief, met het stempel vertrouwelijk erop. Daardoor konden we er eigenlijk niet echt met onze achterban over praten. Terwijl wij verdeling van het geld een belangrijk onderwerp vinden waar universiteitsbreed het gesprek over gevoerd zou moeten worden. Dus het bestuur kan nog heel wat transparanter, zodat het geen onderonsje tussen de medezeggenschapsraden en het bestuur blijft.”

Iedereen moet mee kunnen praten

Slijper: “In ons rapport pleiten we ook voor inclusiviteit van het bestuur. Daarmee bedoelen we dat alle relevante betrokkenen mee kunnen doen en geen groepen worden buitengesloten. Op zich is het goed dat het bestuur allerlei denksessies organiseert, maar meestal bepaalt het bestuur wie daarvoor worden uitgenodigd en wat de agenda is. Dat kan veel opener door het openbaar aan te kondigen en dat mensen zich daarvoor kunnen aanmelden. En het moet doorzichtig zijn wat er is besproken en besloten. Nu geeft de bestuursvoorzitter vaak een mondeling verslag aan de medezeggenschapsraden. Openbare notulen zijn natuurlijk duidelijker. Als het beleid en bestuur transparanter zijn, hoeven leden van de medezeggenschap ook niet overal bij te zijn. Dan kunnen we meer optreden als procesbewakers.”

Het rapport pleit vooral voor een andere cultuur van bestuur. Waarom?

Henderson: “Wat formele bevoegdheden betreft is de medezeggenschap redelijk goed geregeld, zeker nu we instemmingsrecht hebben op de hoofdlijnen van de begroting. Wat we nog wel willen is de bevoegdheid om de bestuurders zelf te kiezen. Maar voor een echte democratische universiteit heb je ook betrokkenheid van medewerkers en studenten nodig. En de oprechte wens van bestuurders om te horen wat die mensen vinden. Je zou bijvoorbeeld jaarlijks een universitaire meeting kunnen houden over de verdeling van het geld. Dat is tenslotte toch een belangrijk onderwerp. Het bestuur moet uit zichzelf openheid uitstralen en niet alleen maar al genomen besluiten komen toelichten.”

Slijper: “Dat vraagt ook om een bepaalde mentaliteit bij medewerkers. Ik noem het academisch burgerschap. Je medeverantwoordelijk voelen voor wat er op de universiteit gebeurt en deelnemen aan bepaalde discussies. Dat heeft ook met personeelsbeleid te maken. Hoe groter je de flexibele schil maakt met medewerkers met een kortlopend tijdelijk contract, hoe kleiner de betrokkenheid. Maar het geldt ook aan de bovenkant. Kies je voor toponderzoekers en-bestuurders die vooral met hun eigen carrière bezig zijn en na een paar jaar weer vertrekken of voor mensen die echt persoonlijk willen investeren in deze universiteit?”

Ook zelfkritiek

Henderson: “Daarbij willen we ook kijken hoe de medezeggenschapsraden zelf functioneren. In de ondernemingsraad zitten nu best veel wetenschappers, mede dankzij de fractie van de promovendi, maar slechts één hoogleraar. We zouden graag meer profs hebben. We praten nu met het bestuur over het aantrekkelijker maken van participatie in de medezeggenschap. Bijvoorbeeld dat wetenschappers gegarandeerd hun tijd voor onderzoek houden en compensatie krijgen voor onderwijstaken.”

Slijper: “En de zittingstermijn is teruggebracht van drie naar twee jaar. Dat maakt het wellicht ook makkelijker te participeren. Medewerkers zouden bij hun aanstelling eigenlijk ook een deel van tijd moeten reserveren voor service voor de universiteit. Dat hoeft niet alleen de medezeggenschap te zijn, maar ook zaken als opleidingscommissies, werk voor de eigen afdeling, participeren in debatten en bijeenkomsten, vanuit het idee dat je hier niet alleen werkt voor je eigen onderwijs en onderzoek, maar deel uitmaakt van de universitaire gemeenschap die onderhouden moet worden. Ik zou er ook voor zijn om de naam ondernemingsraad te vervangen door universiteitsraad. We zijn geen verlengstuk van de vakbonden die zich alleen maar bezighouden met arbeidsomstandigheden. We willen de cultuur van een breder, academisch debat. Maar dit is geen officieel voorstel. Er zitten haken en ogen aan. Een ondernemingsraad heeft volgens de wet namelijk meer bevoegdheden dan een universiteitsraad.”

Bestuurders democraties benoemen

Jullie stellen wel voor dat de medezeggenschap de bestuurders aanwijst.

Slijper: “Dat is ons meest vergaande voorstel en cruciaal. Belangrijke oorzaak van de onrust op de universiteiten is het steeds hiërarchischer bestuur sinds de jaren negentig van de vorige eeuw. Beleid is om de universiteiten om te vormen tot opleidingsinstituten voor de bv Nederland en Europa. De minister benoemt en controleert de bestuurders, nu ja, met een uitzondering voor de VU, omdat dat een bijzondere universiteit is, en het college van bestuur benoemt weer de decanen van de faculteiten. Dat is besturen van boven naar beneden. Dat willen we omdraaien. De faculteiten benoemen hun eigen decanen en de ondernemings- en studentenraad dragen de kandidaten voor het college van bestuur voor aan de raad van toezicht. Dat betekent dat de bestuurders er namens de studenten en medewerkers zitten en zich in eerste instantie aan hen hebben te verantwoorden in plaats van aan de minister. We hebben ook overwogen het bestuur of in ieder geval de rector rechtstreeks door de universitaire gemeenschap te laten kiezen. Maar uit de raadpleging van vorig jaar bleek onder medewerkers daar toch forse verdeeldheid over te bestaan. Zo’n systeem heeft voor- en nadelen. Dus hebben we voor deze vorm gekozen.”

Komen er dan echt andere bestuurders?

Henderson: “Het gaat niet direct om de mensen, de poppetjes. Het gaat om de vraag van wie de universiteit is. Die moet van de medewerkers en de studenten zijn. Niet van de managers. We willen een cultuuromslag zodat van onderop wordt gedacht. Dat een decaan er is voor zijn faculteit en niet de uitvoerder van de plannen van het college van bestuur. Binnen een andere structuur gaan bestuurders anders functioneren. Wellicht dat in ons systeem beroepsbestuurders van buiten minder kans maken benoemd te worden, maar de huidige bestuursleden hadden best een kans gehad door ons te worden voorgedragen. De medezeggenschap moet ook de mogelijkheid krijgen een bestuurder de wacht aan te zeggen, als die niet goed functioneert. Dit voorstel is trouwens binnen de huidige wet mogelijk.”

Geld inhoudelijk verdelen

Maar goed, er moet wel wat te besturen zijn uiteindelijk.

Slijper: “Daarom nemen we het verdelingsmodel voor het geld ook nadrukkelijk mee in onze plannen. Uitgangspunt daarbij is dat inhoud voorafgaat aan geld en dat voor gekozen prioriteiten een aantal jaren een vaste hoeveelheid geld beschikbaar is zodat er meer stabiliteit ontstaat. We willen niet dat democratisch vastgestelde keuzes worden doorkruist door harde parameters in verdelingsmodellen. Daarom willen we ook meer decentralisatie van de besluitvorming. Faculteiten kunnen het beste beoordelen wat nodig is voor onderwijs en onderzoek. Niet dat daarmee alle problemen zijn opgelost. Ik geef onmiddellijk toe dat democratie niet per se alles makkelijker maakt. Het geeft nieuwe problemen. Maar we willen terug naar de kern van de academie. Dat is de professionele autonomie van de onderzoekers en docenten.”

Op 1 maart praat de ondernemings- en studentenraad over het rapport van de commissie-Democratisering.

 

 

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. Reacties met url’s erin worden vaak aangezien voor spam en dan verwijderd. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Velden met een * zijn verplicht
** je e-mailadres wordt niet gepubliceerd en delen we niet met derden. We gebruiken het alleen als we contact met je zouden willen opnemen over je reactie. Zie ook ons privacybeleid.