Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
28 maart 2024

Campus
& Cultuur

Rector Lex Bouter steekt de hand in eigen boezem

“Al werk ik me suf om het allerbeste onderwijs te geven, als ik met mijn studenten eerst heel lang bezig ben om een zaaltje te zoeken, geven ze me toch een slechte beoordeling.” Een docent legde vanochtend aan de Rechtenfaculteit de vinger op de zere plek, tijdens een informele bijeenkomst met rector magnificus Lex Bouter over de reorganisatieplannen.

Onderwijskwaliteit is voor een belangrijk deel een kwestie van goed organiseren. Docenten moeten niet belast worden met het werk van hun afdelingssecretariaat en afdelingssecretaressen niet met dat van de Facultaire Campusorganisatie. “De secretaresses zijn de halve dag kwijt aan allerlei huishoudelijke onbenulligheden”, klaagde iemand. “Daardoor komen ze niet toe aan hun eigenlijke taak: onderzoek en onderwijs.”

Inspirerend onderwijs

Goed onderwijs is ook een kwestie van inspirerende docenten, zei een studente. Programmamaker en VU-alumnus Prem Radhakishun herinnerde zich van zijn studie, in de jaren tachtig, vooral een bepaalde docent, zo had hij op televisie gezegd. Volgens de studente ontbrak het daar nu aan: docenten met een bepaalde voorliefde voor een filosoof, of een andere hobby waarmee hij zijn studenten enthousiasmeert.

“Precies wat de bedoeling is van de reorganisatie”, zei Bouter: “door de bedrijfsvoering efficiënter te maken en de verschillende deelorganisaties te harmoniseren, willen we de docent maximale ruimte geven om inspirerend onderwijs te geven. Die moet zich niet bezighouden met het reserveren van zaaltjes.”

Bouter zei het te betreuren dat het beeld was ontstaan dat het college alleen wil bezuinigen om het bezuinigen, terwijl de verbetering van de onderwijskwaliteit altijd het doel was geweest. “Dat hebben wij niet goed gecommuniceerd”, zei hij. Ook nam hij afstand van de ‘managementtaal’, waarin het college had gegrossierd.

Hand in eigen boezem

Vorige week donderdag hield de voorzitter van het college van bestuur, René Smit, een dergelijke bijeenkomst aan de faculteit der Sociale Wetenschappen. Daar ging het er wat grimmiger aan toe, met veel boze medewerkers en een getergde Smit, die zich defensief opstelde.

Bouter pakte het anders aan. Hij toonde voortdurende begrip voor zijn gesprekspartners en stak meer dan eens de hand in eigen boezem. “Ik kan me dat goed voorstellen”, zei hij. “Ik herken daar wel wat in”; “Dat nemen we onszelf kwalijk”; “Dat hebben we niet goed gedaan.”

Als hij antwoord gaf op een vraag of reageerde op een klacht, las hij aan het gezicht van zijn toehoorder af hoe de boodschap viel. “Niet helemaal bevredigend, zie ik”.

Boze truidragers

Nu had hij zijn publiek ook wel mee. Zag Smit zich bij Sociale Wetenschappen geconfronteerd met boze truidragers met buttons van de Verontruste VU-medewerkers, hier had zowat iedereen een pak of tenue de ville aan, en werden beheerst argumenten uitgewisseld.

Ook opvallend: er waren studenten bij de bijeenkomst, terwijl de Nationale Studenten Enquête juist uitwijst dat de binding van rechtenstudenten met hun faculteit niet erg sterk is.

Die studenten staan blijkbaar helemaal niet zo sceptisch tegenover de digitalisering van de studentenondersteuning als de Verontruste VU-medewerkers. “Natuurlijk is het prettiger om een menselijk gezicht tegenover je te hebben”, zei er één, “maar als dat gezicht zegt dat ze je niet verder kan helpen, heb ik toch liever een digitale dienst die vierentwintig uur beschikbaar is.”

Boter bij de vis

Een medewerker pleitte ervoor die digitalisering vooral door te zetten. Bij een ministerie, waarvoor hij had gewerkt, was digitalisering ook een groot succes gebleken. Niet langer rondsjouwen met grote dossiers onder de arm.

Als die digitalisering maar goed georganiseerd wordt. “Natuurlijk gaan we niet eerst de organisatie afslanken en daarna pas digitaliseren”, zei Bouter. “Bij de invoering van het nieuwe studentmanagementsysteem, vorig jaar, is gebleken hoe belangrijk het is om dat zorgvuldig te doen.”

Bouter kreeg één keer op z’n donder van iemand die zei voortdurend te worden aangesproken op de uitspraken van de rector op deze site, vorige week. Bouter had gesuggereerd dat de reorganisatieplannen misschien wel zouden worden herzien, en de medewerker wilde “boter bij de vis.”

Glibberig antwoord

Die kon Bouter hem niet leveren. Er werd nog volop gesproken met de bonden en de ondernemingsraad, wat impliceerde dat er ruimte is voor veranderingen in het reorganisatieplan. “Anders ga je niet met elkaar in gesprek”, zei Bouter. “Maar ik ben niet helderziend en kan niet nu al zeggen wat de uitkomst zal zijn.”

Dit nu vond de medewerker “een glibberig antwoord.”

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. Reacties met url’s erin worden vaak aangezien voor spam en dan verwijderd. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Velden met een * zijn verplicht
** je e-mailadres wordt niet gepubliceerd en delen we niet met derden. We gebruiken het alleen als we contact met je zouden willen opnemen over je reactie. Zie ook ons privacybeleid.